Lets start! 

Als je al je spulletjes om te zaaien in huis hebt gaat het echte feest beginnen. Ik neem je stap voor stap mee hoe je het beste jouw bloementuin kunt beginnen vanuit zaad. 

Weten wat je nodig hebt en wat ik gebruik? Lees hier wat ik daar eerder over schreef.

1. Waarin zaaien?

Kies je zaaitray of potjes uit. Voor grotere zaden gebruik je grotere potjes, en voor kleinere zaden zaai je makkelijk gelijk in trays. Het handige van zaaitrays is dat ze gaten aan de onderkant hebben zodat de potgrond het water van onderuit kunnen drinken. Dit is goed voor de plantjes want die gaan een goed wortelgestel maken op zoek naar dat water. Ook is het met overpoten makkelijk want je duwt hup de plantjes via de onderkant omhoog. 

Mocht je zaaitrays willen aanschaffen, let er dan goed op hoe stevig ze zijn. Je hebt daar namelijk veel verschillende soorten diktes in. De meestal goedkope trays zijn heel slap en na 1x gebruiken kan je die weggooien. Vind ik zelf echt mega zonde! 

2. Naam labels + stift

Het is handig om je zaailingen te labelen met de naam en datum van zaaien. Zelf vind ik de langwerpige plastic labels het fijnste omdat ik daar veel op kan schrijven, en ze goed herbruikbaar zijn.

Gebruik een goede permanent marker die ook UV bestendig is, het is echt mega kak als je zorgvuldig geschreven labels verkleuren en je uiteindelijk niet meer weet welk soort het is, sprak deze ervaringsdeskundige.

Tip: plastic labels hergebruiken? gebruik nagellak remover om de permanent marker te verwijderen.

3. Wat voor soort potgrond?

Er is speciale ´zaai en stekgrond´ te koop. Dit is potgrond waar weinig voeding in zit, maar wel fijn is qua structuur zodat je plantje goed wortels kan maken.

Het voordeel van ‘gekochte’ potgrond is dat er geen onkruid zaden in zitten. Dit zit vaak wel in je eigen gemaakte compost grond. En het is natuurlijk niet handig als je onkruid zaadjes aan het kweken bent in plaats van mooie bloemen.

4. Trays vullen

Maak de zaaigrond voor het vullen van de trays/potjes alvast even wat vochtig. Maar ook weer niet zeiknat!

Als je de trays of potjes vult met grond let er dan op dat je ze goed vol vult, tik even stevig tegen het randje aan om alle lucht er tussenuit te krijgen.

5. Label de tray

Steek het (voorgeschreven) labeltje met de naam alvast in de tray zodat je straks weet wat je gezaaid hebt.

6. Maak een klein putje

Met je vinger, een potlood of stokje maak je een klein ondiep gaatje in het midden van elke cel. Een goede maatstaaf is: plant 2x zo diep als dat het zaadje lang is. Let erop dat je lichtkiemende zaden niet bedekt!

7. Bedekken of niet bedekken?

Nu komt het stukje ’to cover or not to cover’ ter sprake. Lichtkiemende zaden moet je niet bedekken (duh) en niet lichtkiemende zaden bedek je met een klein laagje grond of wat vermiculiet. Vermiculiet houd wat meer vocht vast waardoor de grond minder snel uitdroogt.

8. Hoppa zaaien maar

Zaai per cel 1 a 2 zaadjes. Later kan je ze uitdunnen als allebei de zaadjes uitgekomen zijn.

9. Deksel erop

Bedek de trays met de doorzichtige kap van een kweekbak, luikjes gesloten want je wil dat de luchtvochtigheid lekker hoog blijft daarbinnen. Zet je bak daarna op een warme plek. Rond de 18-21 graden is voor de meeste zaden een goede kiemtemperatuur. Dus bijvoorbeeld op de vensterbank.

10. Water geven

Check dagelijks even of de grond nog genoeg vochtig is. Als dit niet het geval is zet dan je tray even op een waterdichte schotel met 1,5 cm water en laat de potgrond het zelf opzuigen. Beter niet via de bovenkant water geven want dan kan je je zaden wegspoelen.

11. En, zie je al wat?

Na een aantal dagen zal je wat groene veranderingen zien als het goed is. Als 50-75% van je zaden gekiemd zijn kan je de doorzichtige kap van je kweekbak eraf halen en de tray op een lichte plek zetten. Het liefst ook een stukje koeler dan de plek waar je ze eerst had staan om te kiemen want anders krijg je lange slungelige planten en dat wil je niet. Dus het beste is om ze in een kasje te zetten of in een koele kamer met groeilampen.

Blijf dagelijks controleren of je zaailingen genoeg water hebben. Ze zijn nog erg kwetsbaar en in de kleine cellen van zaaitrays zit niet heel veel watervoorraad.

12. Overpoten?

Als je miniplantjes te groot worden voor hun trays en het is nog geen tijd om ze buiten uit te kunnen planten dan kan je ze het beste even overpoten naar een iets groter potje met wat meer grond met voeding erin.

13. Afharden

Het is belangrijk om je zaailingen eerst goed af te harden voordat je ze buiten uitplant. Anders is de overgang te groot en is alle moeite voor niks geweest.

Hoe je het beste kunt afharden lees je hier.

Vond je dit nou nuttig en interessant? Vertel het door en deel/tag @flowerjunkie.nl op je socials.